2.1 Hardware.

2.1.1 De docent toont aan diverse hardware te kunnen benoemen, aansluiten en bedienen. 

Op de Bonifatius mavo waar ik werk, is er in alle lokalen een digibord met een bijbehorende beamer te vinden. Ik sluit altijd eerst mijn laptop aan en zet daarna het bord aan. Voor nagenoeg alle lessen die ik geef, projecteer ik een PowerPoint-presentatie ter ondersteuning van de les. Ik gebruik meestal twee schermen. Voor de les schuif ik de  naar het digibord. Zo kan ik zelf op mijn laptop werken of iets op internet opzoeken voor de les, zonder dat het de leerlingen afleidt.

Ik schrijf regelmatig op het bord. Soms blijkt het niet te werken. Dan zet ik eerst alles uit en dan doe ik eerst de snoertjes in mijn laptop en start ik daarna mijn laptop op en zet ik de beamer aan. Dit werkt meestal wel. Het komt ook weleens voor dat het bord niet werkt. Met de afstandsbediening kan ik op het menu kijken. Meestal is het niet nodig om de systeembeheerder erbij te roepen, maar als ik er echt niet uitkom, kan ik een app sturen en dan kan hij naar een oplossing zoeken. Dit is gelukkig afgelopen jaar nog maar een keer voorgekomen.

Ik verwerk regelmatig foto's in mijn PowerPoint-presentaties. Soms gebruik ik eigen foto's die ik van mijn telefoon overzet naar mijn MacBook, maar ik gebruik ook regelmatig illustraties, foto's of andere afbeeldingen van het internet.

 

2.2 Software.

2.2.1 De docent toont aan over algemene kennis van ICT te beschikken en de vaardigheden ten aanzien van bestandsbeheer te beheersen. 

Ik heb allerlei mappen aangemaakt. Op het bureaublad heb ik de mappen geplaatst die ik het meest gebruik. Ik heb de andere mappen in Finder staan, waarbij ik privÄ—, werk en studie van elkaar onderscheid. ik maak vervolgens een onderverdeling naar jaar, vak, klas en taak.  Met veel regelmaat zoek ik met Spotlight documenten. Een snelle en handige zoekfunctie. Voor mijn studie en werk maak ik gebruik van verschillende clouddiensten als Dropbox en GoogleDrive. De bestanden die ik daarin opgeslagen heb, zijn overal en altijd te gebruiken of te bewerken en gemakkelijk te delen met collega's, studenten of medestudenten of NHL-docenten die het kunnen lezen, bewerken of beoordelen.

2.2.2 De docent toont aan dat hij de vaardigheden beheerst om met software effectieve samenwerking en communicatie tot stand te brengen. 

Ik heb een applicatiegroep aangemaakt voor onze vakgroep. We appen meestal over praktische zaken. Waar ligt de toets? Wat was het gemiddelde cijfer? Moeten we de norm aanpassen? Soms sturen we een handige link door. Ook met de rest van de collega's hebben wij een applicatiegroep waarin voornamelijk foto's en felicitaties doorsturen. Met mijn studiegenoten heb ik samengewerkt aan een dossier in Google Drive. Ik vond dat erg handig, omdat je allemaal in hetzelfde document kunt blijven werken. Met de vakgroep maak ik gebruik van een gedeelde map. Hierin staan alle opdrachten en lessen per leerjaar gesorteerd. Grote bestanden verstuur ik via WeTransfer. Een Nederlandse down- en uploaddienst waarmee grote bestanden tot twintig gigabyte verstuurd kunnen worden.

2.2.3 De docent toont aan dat hij kan omgaan met standaard kantoortoepassingen: tekstverwerkers, spreadsheetprogramma's en presentatiesoftware. 

Tijdens de les instrueer ik mijn studenten structureel via PowerPoint-presentaties, waarin ik ook educatieve filmpjes opneem. Verder werk ik veel met Word en benut ik hier de mogelijkheden van het navigatievenster om me snel door een bestand te loodsen en van de automatisch gegenereerde inhoudsopgave. Verder maak ik vaak gebruik van de functie 'Controleren' om in de marge feedback of opmerkingen en vragen te plaatsen. Ik vind dit erg handig, omdat ik dan gerichte feedback kan geven aan de leerlingen.

Excel zet ik vooral in om onderzoeksresultaten te verwerken en die informatie in een Worddocument in staafdiagrammen te presenteren. Voor het berekenen van cijfers gebruik ik het online hulpmiddel Cijfersberekenen.nl; ik hoef dan alleen maar het aantal punten en de cesuur aan te geven om de verdeelsleutel te genereren.  Op de toets zelf vermeld ik de link ook weleens, zodat het voor de leerlingen transparant is hoe hun cijfer tot stand is gekomen.

Voor de leerlingbespreking vullen we een signaleringslijst in. We gebruikten hiervoor Spreadsheets, maar tegenwoordig zetten we dit allemaal in Magister.

2.2.4 De docent toont aan dat hij een presentatie kan ondersteunen door gebruik te maken van software en hardware. 

Bij het onderdeel Attitude gaf ik al aan dat ik bijvoorbeeld Kahoot inzet en dat ik digitale enquêtes afneem. Ik zet mijn lessen/ PPT ook regelmatig in Moodle! Ook alle opdrachten en linkjes om te kunnen gebruiken bij het huiswerk zet ik in Moodle. Zo kunnen alle leerlingen er altijd bij.

 

2.2.5 De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.

Voor het bijhouden van de resultaten en het berekenen van gemiddelde cijfers is er Magister. Als kwaliteitsmedewerker maak ik veel gebruik van MMP, het Magister Management Platform en Cito Portal. Zoals ik al eerder aangegeven heb, zet ik ook digitale enquêtes op: https://login.vospiegel.nl/

2.2.6 De docent toont aan dat hij educatieve softwaren, serious games en mobiele apps kan inzetten. 

Voor de absentieregistratie maak ik gebruik van de applicatie van Magister; Meaestro. op mijn telefoon. Een handige applicatie. Tijdens de les registreer ik ook hierin wie zijn huiswerk is vergeten of boeken niet mee heeft. Als leerlingen vragen hebben over hun cijfers, gebruik ik ook regelmatig deze applicatie. Mijn leerlingen maken gebruik van de applicatie: De Vakantiebieb. Deze is tijdelijk beschikbaar. De Vakantiebieb 2018 komt er binnenkort weer aan. Het Nederlandse woordenboek heb ik in de telefoons laten zetten. Deze mobiele app gebruiken we regelmatig in de klas.

 

2.2.7 De docent toont aan dat hij foto's, video's en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren, publiceren en delen. 

Door middel van een scanner kan ik niet-digitale formulieren digitaal maken. Ik leg het document op de juiste manier op het apparaat, sluit de klep en ik druk op scan. Het document komt dan als afbeelding op mijn computer te staan. Hiernaast is de lijst te zien met mijn gescande documenten. Zo kan ik een voorbeeld van geschreven werk van leerlingen op het bord laten zien en er feedback op geven. Ook maak ik regelmatig screenshots. Ik heb pas geleden via iMovie een aantal filmfragmenten bewerkt. Deze website heeft nog geen mogelijkheid om mv4bestanden te plaatsen. Ik zou me hier graag verder in willen verdiepen.

2.2.8 De docent toont aan dat hij kan werken met digitale toets systemen. 

Ik heb voor het vak rekenen en wiskunde veel toetsen op Moodle gemaakt. Het scheelt tijd, want het geeft direct inzicht welke fouten er zijn gemaakt, maar het scheelt ook nakijkwerk. Soms laat ik de leerlingen ook opgaven (0-metingen) op Moodle maken, omdat ik daarna kan bepalen welke leerlingen verlengde instructie nodig hebben. Voor mijn collega van aardrijkskunde heb ik een Kahoot gemaakt, maar ik gebruik zelf ook bestaande quizzen en toetsen die ik aanpas op mijn les.

 

2.3 Storingen.

2.3.1 De docent is in staat om kleine storingen zelf te benoemen en/of te verhelpen. 

Soms is het internet traag en dan gebruik ik een andere browser. Onze IT'er vindt het niet altijd goed als medewerkers updates of software  installeren (of annuleren). Ik vraag hem dan altijd eerst even. Binnenkort organiseert de stichting een webinar. De trainer neemt je mee in een vogelvlucht door Magister 6. Je krijgt uitleg over de belangrijkste functionaliteiten. Ik vind het goed om meer te weten te komen over Magister 6. Er zijn nogal eens storingen geweest. Hopelijk zijn deze nu opgelost, of anders krijg ik graag de tools om deze op te lossen.